18 maart 2007

Zondagmiddag zon, regen, wind, gedachten

In mijn afwezigheid kijk ik naar scheef voorbijvliegende
meeuwen en luister ik naar kerkklokken.
Tussen de cementzakken staat een heerlijke kale crimineel.
Zeg maar dag tegen de vogels.
Hij kijkt twee voorbijfietsende jonge meisjes met een dunne glimlach na.
De meeste mensen die passeren hebben een muts strak

over hun verlopen hoofden getrokken.
Een bewegingsdeskundige zou smullen van hun motoriek.
De wind drijft welvaartsrestanten voort.
En dit is geen droom maar een werkelijkheidsgetrouwe illusie.
De terugkeer vindt op het zoveelste binnenplaatsje plaats.
Het vervoer eindigt hier.
De dag is een zondag.

Ik destilleer een gedicht uit tientallen jaren dagboeknotities.
Landelijke verstoringen (een mogelijke titel)
Onze notities schieten hier tekort.
We verlaten de fysieke ruimte.
De biomassa wil doorleven.
Haar stem ontdaan van alle pose.
Haar lach in herinnering.
Chemisch experiment.
Stilstaand. Stilzwijgend. Stilte.



Geen opmerkingen: